Printerfabrikanten dwarsbomen inktconcurrenten

Bron: consumentenbond.nl

Printerfabrikanten verdienen aan de cartridges, niet aan de printers. Dus proberen ze het gebruik van klonen en het navullen van cartridges te ontmoedigen ten gunste van hun eigen merkcartridges. Wie zich daar niet door laat tegenhouden, is met kloon of navulling een stuk goedkoper uit.

 

Marktafscherming

“Geef de printers praktisch weg en verdien op de inkt.” Printerfabrikanten maken sinds jaar en dag gebruik van het businessmodel dat ook gebruikt wordt door de scheermesjes-fabrikanten. En er valt veel te verdienen: alleen al in Nederland wordt er per jaar 300 miljoen euro besteed aan cartridges. Het ligt voor de hand dat de fabrikanten de omzet niet graag verliezen aan navullers en klonenmakers. Ze maken het fabrikanten van klonen en navulinkt dan ook op meerdere manieren lastig in hun bestaan. Zo maken producenten gebruik van chips op cartridges en plaatsen ze waarschuwingen op verpakkingen en in de software.

 

Chips

Fabrikanten maken gebruik van chips op cartridges. Dit doen ze naar eigen zeggen om hun apparaten beter te laten werken: zo weet de printersoftware van elke cartridge het inktniveau, ook als je cartridges wisselt. Dit is op zich handig: je wisselt de cartridge en de printer onthoudt het inktniveau. Er is echter een bijeffect. Als de cartridge eenmaal leeg is, doet de inktmeter het niet meer of weigert de printer te printen, ook wanneer de cartridge is nagevuld. De chip resetten of namaken in dan de enige oplossing. Dit wordt moeilijker gemaakt doordat de printerfabrikanten steeds nieuwe chips ontwikkelen.

Klonen

Namaken van cartridges is lastiger als fabrikanten gebruik maken van chips. Kwade opzet is echter niet te bewijzen. Lexmark heeft ooit in de VS een klonenmaker aangeklaagd omdat namaak een inbreuk zou zijn op patenten. Brother, Lexmark en Dell maken overigens geen gebruik van chips.

Andere manieren om het de klonenmakers te bemoeilijken zijn:

  • Nieuwe cartridges per printerserie. De vier merkfabrikanten HP, Epson, Canon en Lexmark bevestigen dat hun printers gemiddeld een jaar in omloop blijven. En nieuwe printermodellen bevatten nieuwe cartridges. De investeringen van kloonbedrijven worden op die manier nauwelijks terugverdiend.
  • Steeds kleinere cartridges. Gelijkblijvende productiekosten zorgen ervoor dat het relatief duurder wordt om klonen te maken.
  • Cartridges voor eenmalig gebruik. Cartridges kunnen maar een beperkt aantal keren worden nagevuld, ze raken op den duur versleten.
  • Inzamelen van lege cartridges. Kloonfabrikanten hergebruiken indien mogelijk originele cartridges. Maar de meeste merkfabrikanten hebben tegenwoordig een inzamelprogramma voor gebruikte cartridges. Volgens eigen zeggen bedoeld voor hergebruik in nieuwe producten.
  • Regiocodes. HP, Epson en Lexmark gebruiken een regiocodering die ervoor zorgt dat het kopen van cartridges in andere werelddelen geen zin heeft. Eventuele prijsvoordelen gaan zo aan de consument voorbij.
  • Waarschuwingen. Meldingen op cartridges, in de documentatie en op het scherm ontmoedigen de consument klonen te gebruiken. Dit omdat het gebruik van niet-originele inkt de printer zou den kunnen beschadigen. De bewijslast ligt echter bij de fabrikanten: bij schade aan de printer dient de fabrikant aan te tonen dat dit het gevolg is van het gebruik van niet-originele inkt.De Consumentenbond vindt dat de EU zou moeten afdwingen dat cartridges eenvoudig navulbaar zijn en dat de printerfabrikanten geen technologie mogen toepassen die navullen belemmert of de printer na navullen minder goed bruikbaar maakt
This entry was posted in Geen categorie. Bookmark the permalink.